Dan schrijf je in de vorige bijdrage aan deze blog dat men nog even geduld moet hebben. Het voorjaar komt er vast en zeker aan. De meteorologische lente is immers op 1 maart al begonnen. Maar ik was nog wat te vroeg. Mijn wens voor een al aanwezig voorjaar was “de vader van de gedachte” en dus nog wat te voorbarig. De Maartse Buien moeten eerst maar eens gepasseerd zijn, dan zien we dan wel weer. Hoewel, het wordt hier en daar intussen wel wat geler! Dat gaat wel gewoon door! In het zuiden van ons land werd het even een witte wereld en op 10 maart hier in het noorden ook.
En toen zag de grasmat er zo uit ! Het bleef ook nog lang liggen. Op 12 maart lag er hier en daar nog best wel een laagje.Tijdens Kerst en Oud en Nieuw was het eigenlijk natuurlijk ook mooi geweest!
In onze tuin leven sinds een klein poosje weer 2 stel houtduiven. Niet deze twee als op bovenstaande foto, want dat is een koppel (man= links en vrouw=rechts). Nee, het zijn twee stellen.
Achter ons huis staat een schuur/garage met dezelfde lengte als de lengte van het huis. Het zal zo’n 10 meter zijn. Op het dak van dat gebouw vind de vaststelling van de territoriumgrens plaats.
Het ziet er vanaf de start ongeveer zo uit als op bovenstaande foto, alleen onze dakpannen zijn zwart van kleur. Op de uiterst linkse hoek van de nok van dat dak zit de ene doffer van dat ene koppel en op de uiterst rechtse hoek zit de ander. Ze lopen dan op elkaar af, naar elkaar toe en als ze dan heel dicht bij elkaar zijn, is het plotsklaps letterlijk en figuurlijk “slaande ruzie”! Dit gedrag herhaalt zich gedurende een paar dagen, meestal ‘s morgens vroeg. Dan is het uiteindelijk duidelijk waar de grens van elkaars territorium zich bevind. De ene houtduif doffer vliegt naar links weg en de ander naar de rechterkant en de rust is weergekeerd. Het komt zo nu en dan nog wel eens tot een confrontatie, maar lang duurt dat nu nooit meer, want de grens wordt gerespecteerd.
Grappig dat de mannen van de merels op precies dezelfde plek tot een precies dezelfde confrontatie komen. Bij hen gaat het eveneens om vast te stellen waar de grens van hun beider territorium ligt. Het ene paartje merels woont aan de linkerkant van het huis, het ander stel woont ter rechterzijde. Bij deze vogelsoort gaat het net als bij de beide koppels houtduiven. Een lichte dreiging is nu voldoende om zich weer terug te trekken in hun eigen territorium. Grappig dat ook elk jaar weer op dezelfde plek de grens van de territoria van de merels wordt vastgelegd.
Onze minister van der Wal denkt er over na of het raadzaam zou kunnen zijn om de Europese lynx met een beveiligde status toe te laten op Nederlands grondgebied. Er is er al eentje gesignaleerd op zo’n 20 kilometer verwijderd vanaf de Duits/Nederlandse grens.
De huidige minister van landbouw, Adema, heeft het idee opgevat, dat damherten maar ook edelherten eigenlijk vrij moeten kunnen bewegen in de vrije natuur. Dus eigenlijk niet meer in gevangenschap gehouden zouden mogen worden. Damherten in de zogenaamde “hertenkampen” en de edelherten in “hertenboerderijen”, het zou verboden moeten worden.
Er komt nu dus mogelijk een verbod op het houden van herten in kampen, de net al genoemde “hertenkampen”. Maar die hertenkampen zijn eigenlijk ook al beschermd erfgoed! De Rijksdienst voor cultureel erfgoed presenteerde een overzichtskaartje van kampen. De oudste in Fryslân werd in 1842 gemaakt op de Fogelsangstate nabij Feankleaster. Daarna kwam Oranjewoud in 1885. In de buurprovincies Drenthe en Groningen waren meer hertenkampen dan in onze provincie. In Fryslân kwamen ze voornamelijk in het oosten voor, behalve in Sneek. Dat is een uitzondering. Hertenkampen zijn zeer zeker de moeite waard om te behouden.
De edelherten in de Oostvaardersplassen hebben een heleboel ruimte, maar er zijn er eigenlijk 1200 te veel, want er mogen maar 500 zijn. Ze lopen niet vrij rond, want ze bivakkeren al geruime tijd achter een hek. Het zijn dus, net als de damherten, herten in gevangenschap. Ofwel “Herten in een hertenkamp”! En die mogen nu worden gedood door een kogel uit een geweer. Of, en dat is een ander alternatief, ze zullen gewoon moeten worden vrij gelaten. Dan kunnen ze elders in de natuur hun kostje bij elkaar zoeken. Leven ze niet meer “hutje, mutje” dicht op elkaar op een schraal, kaal en omgeploegde grasmat.
Zo half februari zijn er al twee broedende Turkse tortels gesignaleerd in de bomen van een drukke winkelstraat van Joure. De vogels trekken zich helemaal niets aan van de vele, onder hun door lopende, gewone wandelaars en winkelende voorbijgangers.
Er stond een foto in de krant van 1 maart j.l. gemaakt door de onvolprezen natuurfotograaf Marcel van Kammen. ( U weet wel, die ook wel eens bij ons tijdens een regiobijeenkomst een presentatie van zijn werk heeft gegeven.) Hij had in het weidevogelgebied Skrok bij Wommels een groep van zo’n 60 grutto’s gefotografeerd, die daar zaten bij te komen van hun vlucht uit het winterverblijf. Nog even, vanaf eind maart tot in juni zal bij hen het broeden beginnen. Daarna zijn ze weer vertrokken. Hopelijk krijgen ze genoeg jongen groot dit jaar!
Woensdag 8 januari j.l. zijn er 62 Europese kraanvogels geland in de Biesbosch.
(Dit zijn géén 62 stuks, ongeveer de helft, maar is slechts ter illustratie.) Misschien waren deze vogels wel moe geworden door de tegenwind en de sneeuw en kozen ze de Noordwaard als rust-, en overnachtingsplaats uit. Na de nacht daar te hebben doorgebracht, te hebben gewassen en gedronken, zijn ze weer verder gevlogen. De trek is nu bezig. De vogels kwamen vanuit Zuid Europa en vliegen nu naar hun broedgebieden in het noorden.
De meeste kans om overvliegende Europese kraanvogels te zien of te horen is in het Zuidoosten van Nederland.