Deze regioagenda is grotendeels nog leeg. Op donderdag 10 september is er een regiobijeenkomst gepland. Ook staat er in, dat er in deze maand september mogelijk een ruilbeurs zal worden gehouden. Maar al met al is dat nog een héél eind weg en of dat dan ook nog doorgaat?
De vorige keer kwamen we in een dip terecht. Nu was er ook weer zo eentje. Het was op Hemelvaartsdag bijna een zomerse dag te noemen. Daarna kwamen er wat depressies voorbij, met wat minder mooi weer. Het regende ook wat. Dat hoort er allemaal bij. Ik duikelde een oud tegeltje op, met daarop een al heel oude wijsheid, die vandaag de dag nog steeds de waarheid aangeeft:
Na die dip met wat regen werd het alleen maar mooier, met steeds temperaturen rond de 20º C., blauwe luchten en zoals dat soms door weermannen/vrouwen zo mooi gezegd wordt “zonovergoten”. Bovendien, eerlijk is eerlijk, vervelen doet het ook niet. Maar het is eigenlijk nu wel veel te lang droog geweest!
Over de roodborst schreef ik in de vorige bijdrage aan deze blog ook al eens een stukje. Hoe bijzonder het was, naar mijn idee, dat een stel onze tuin had verkozen om daar een broedpoging te wagen.
Roodborsten zijn oplettend, maar niet heel erg schuw. Beetje argwanend, maar toch ook weer niet heel erg bangig. Omdat ik eigenlijk veel meer over dit 12½-14 cm. grote vogeltje wilde weten, zocht ik om meer gegevens. Bij mijn weten was dit de eerste keer dat een stel bij ons een territorium in het voorjaar had gemaakt. Meestal bakent 1 exemplaar in herfst en winter een groot stuk tuin af. Ik had ook geen flauw idee hoe een roodborst-vrouw er uit zou zien. Misschien wel net zo als een man! Dat bleek te kloppen. Dat ze allebei kunnen zingen wist ik ook niet. Laatst zong er eentje op een achternamiddag in het struikgewas op de achtergrond. Eenmaal die zang gehoord, vergeet je die nooit weer! Maar meestal hoor je die in de herfst en wintermaanden en niet nu.
Dat een roodborst man/vrouw ook moest eten wist ik en wat precies wist ik ook. Maar van dergelijke grote regenwormen was ik weer niet op de hoogte. Deze foto is helaas een beetje een zoekplaatje, maar daarom staan er pijlen bij. De zwarte wijst het vogeltje aan, de rode de worm. De worm is net zo lang als de roodborst, zo niet nog wat langer. Ik heb ook echt geen idee hoe de vogel er aan kwam, ik zag het stel vanachter het raam zitten. De kans, dat je zo’n “eet/vecht”partij tegen komt is natuurlijk uiterst klein. Daarom heb ik zo snel als mogelijk de camera gepakt en een aantal foto’s gemaakt. De opname is niet super professioneel, moest door het raam genomen worden, maar beter werd het niet.
Het eindresultaat heb ik ook niet afgewacht. Want dat is voorspelbaar, die worm moest naar binnen. Maar wat een merel of een spreeuw met een worm van die afmeting wél kan, kan een roodborstje niet! Dus moest er een stukje van af gehaald worden. Al slaande met kop en snavel! Zo werd de prooi telkens wat kleiner gemaakt!
In onze tuin hebben we ook een stukje grond ingericht als visvijver. Niet zo’n heel grote hoor. Wel eentje met een diepte van ongeveer één meter, zodat bij vorst (wanneer?) het diepste gedeelte ijsvrij blijft. Er zwemmen ook een aantal goudvissen in, om precies te zijn 18. Hebben we kunnen tellen, toen we laatst het geheel hebben schoongemaakt. Alle water er uit, vissen gevangen + (waar mijn vrouw absoluut helemaal niet blij van werd) een kikker! Waterplant (een waterlelie) er uit en dat werd ook de hoogste tijd. Waterlelies, maar ik zag het ooit ook bij een gele plomp, groeien steeds groter. Niets mis mee, maar groeien dan buiten de pot, waar ze in zijn geplant. Dat gaat heel lang goed. Maar omdat de wortels steeds dikker worden en lucht bevatten, gaat op den duur de hele plant drijven. Met pot en al. Tot zo ver de perikelen rondom de schoonmaak.
Dit is een soortgelijk plaatje, het zijn niet onze vissen, maar het zag er wel zo ongeveer uit. Onze vissen zijn wat jonger en het merendeel is nog zwart, maar dat zal straks wel eens veranderen. Omdat het steeds zulk mooi en zonnig weer was, hangen de vissen graag in de bovenste waterlaag. Als koudbloedig beest kun je daar lekker opwarmen. Dat deden ze dan ook dagelijks. Je kon ze dan ook uren op bijna dezelfde plek bijna roerloos zien liggen.
Op een dag hadden we een ekster in de tuin. Die zien we niet zo vaak meer en dan is het gelijk een opvallende verschijning. Die houdt je dan ook even in de gaten. Vooral als zo’n zwart-witte vogel in de oude coniferen aan het rondstruinen is. Zo nu en dan was ie er weer en dan weer weg. In die coniferen zitten ook regelmatig houtduiven. Die hebben daar ook wel een nest gehad. Ik zag de ekster weg vliegen met iets in zijn bek. Iets ter grootte van een drie dagen oud duivenjong. Tenminste, dat leek het het op het eerste gezicht. Maar de kleur was anders, niet dat roze/rood van een jonge duif. Meer zwartachtig. Pas wat later kwam ik er achter wat het moet zijn geweest. Ik zag de vogel met die lange staart toevallig langs de rand van de vijver hippen. Met een vliegensvlugge behendige haal stak de ekster de kop tussen de begroeiing en plukte razendsnel een zwartgekleurde vis uit het water. Niet zo moeilijk, ze lagen immers allemaal aan het oppervlak van het water langs de vijverrand. Toen de vogel daarmee wegvloog zag ik hetzelfde plaatje als welke ik eerder had gezien. De ekster was een “visdief”geworden. Toch knap van zo’n vogel om te weten dat vissen te vangen en te eten zijn! Vanaf de volgende dag was het over. Ik plaatste er een bordje bij met de tekst: “Verboden te vissen” Daarna nooit weer teruggezien!
Nederland, maar ook de rest van de wereld, is nog steeds in de wurggreep van het corona-virus, al worden telkens steeds meer versoepelende maatregelen toegestaan. Er zijn steeds minder besmettingen gemeld, de ziekenhuizen krijgen steeds minder opnames, de ic’s meer andere patiënten. Het Nederlandse kabinet geeft meer bedrijven meer mogelijkheden. Horeca, theater en musea mogen meer bezoekers ontvangen, al blijven getallen als 30 en 100 hier en daar nog steeds van kracht.
Wat voorlopig nog wel steeds een terugkerend item zal blijven is de persoonlijke afstand en regelmatig handen wassen met zeep. Het schudden van handen, iets wat we maar moeizaam afstand van kunnen nemen, blijft voorlopig ook een taboe.
Een ander fenomeen is het gezichtsmasker, door velen ook wel standaard “het mondkapje” genoemd. Personen, die plaats nemen in een voertuig van het openbaar vervoer, zijn daarbinnen wel verplicht zo’n medium te gebruiken, daarbuiten hoeft het niet.
Het vervelende aan dit hele verhaal is de verplichting van iets, wat eigenlijk ook niet eens zo goed werkt. Waarvan eigenlijk ook niet helemaal is bewezen, dat het een extra veiligheidsmaatregel is. Het geeft slechts een soort schijnveiligheid. Maar je kunt wel een boete krijgen als je die “schijnveiligheid” in het openbaar vervoer niet draagt! Raar verhaal. Het werkt niet goed, maar je moet het wel dragen. Stap je in moet ie OP en stap je uit mag ie weer AF.
Ik noemde al de getallen 30 en 100. Verenigingen zijn wettelijk verplicht een ledenvergadering te houden, waarin het bestuur verantwoording aan de leden aflegt. Het Nederlandse kabinet heeft versoepelende maatregelen medegedeeld. Ledenjaarvergadering mogen gehouden worden, mits het aantal deelnemers niet boven de 100 uitkomt. Je mag als bestuur vergaderdatums wel wat verschuiven, maar uiterlijk 1 juli van datzelfde jaar moet het wettelijk klaar zijn. Tijdens de ALV van onze vereniging Aviornis International Nederland komt menigmaal het bezoekersaantal ruim boven die honderd. Het hoofdbestuur zag zich dus genoodzaakt een knoop door te hakken. Want een datum, waarop vergadering van meer dan 100 mensen is toegestaan is op korte termijn nog niet aan de orde.
Daarom hebt u, als leden van onze vereniging, allemaal een stemformulier in uw mailbox gekregen, met het verzoek om daarop te reageren. Het moest immers al vóór 1 juli rond zijn! Wel héél jammer dat dan dus zo’n vreselijk mooie en gezellige landelijke algemene ledenvergadering dit jaar helemaal niet meer gehouden wordt!
Één van de vragen, waarop de leden met ja of nee konden antwoorden, was het begrip “contributieverhoging”. Een belangrijke oorzaak van het verminderen van het aantal leden is de vergrijzing. Nederland vergrijst, maar leden van verenigingen evenzogoed. Nu is vergrijzing nog niet eens zo heel erg. Maar het verminderen van aantallen leden, doordat ze ons ontvallen is dat wel. Maar echt waar, heus niet alle leden van Aviornis zijn al grijs, er zitten ook nog wel mensen met anders gekleurde haren tussen. Bovendien, ook al ben je een beetje grijs, daarom kun je nog wel lol hebben in het houden van Aviornisvogels. (zie foto!)
Leden betalen contributie en die zorgt er voor dat een vereniging in beweging blijft. Nemen echter de financiën af, zodat de vereniging steeds minder gezond wordt, dan moeten er maatregelen worden genomen. Dat kan bijvoorbeeld door contributieverhoging. Het aantal leden bedroeg per 1 april 2017: 2682. Twee jaar later was dat op diezelfde datum 2510. In twee jaar tijd een vermindering (door allerhande oorzaken) van 172.
Van jonge leden, welke op bovenstaande foto staan, zullen we het als vogelvereniging helaas niet moeten hebben. De tegenwoordige jeugd heeft niet zo heel veel meer interesse in andere zaken als laptop en telefoon. Ik snap het ook wel, je moet de liefde voor vogels wel van enthousiaste ouders, onderwijzers en/of Aviornisleden e.a. hebben meegekregen. Je neemt ook niet zo maar vogels als hobby, daar moet je ook een beetje ingroeien.
Er vallen nu dus jaarlijks telkens een kleine 100 leden af en er komt niet hetzelfde aantal enthousiaste jonge leden bij. Was het maar zo, dat er maandelijks een groep, zoals op bovenstaande foto, tot ons ledenbestand kan worden bijgeschreven. Maar dat is helaas, in deze tijd, niet meer mogelijk. Niet vanwege de huidige crisis. Maar meer vanwege de verschoven interesses. Voor het voortbestaan van onze vereniging hoop ik echt op een kentering.