Donderdag 19 maart a.s. regiobijeenkomst met Marcel van Kammen, Friese natuurfotograaf.
Al onze bijeenkomsten worden gehouden in Café/Restaurant Overwijk, Heawei 9, 8406 AV in Tijnje.
! → Zaterdag 4 april a.s. Algemene Landelijke Ledenvergadering in de orchideeënhoeve Luttelgeest. ← !
Nee, we hadden er nog niet eentje gehad. Zo’n pittige storm met een vrouwennaam. Op de Waddeneilanden en dan vooral op Vlieland waren er zeer zware condities te melden. Er was soms even sprake van windkracht 11 en op dit eiland was er rond 12.30 uur een windvlaag van 129 km./uur. Deze storm, met de mooie naam Ciara, was de zwaarste sinds 6 jaar! In oktober 2013 was het nog wat zwaarder weer.De gevolgen van deze storm bleven niet alleen beperkt tot de eilanden, ook in het binnenland heeft het hier en daar flink gespookt. Afgerukte daken en omgevallen bomen. Geen vliegverkeer mogelijk. Ook het treinverkeer had forse vertragingen en op de snelwegen liep het ook soms vast. Deze storm werd veroorzaakt door een heel groot lagedrukgebied tussen IJsland en Noorwegen.
Ook na de negende van deze maand februari bleef het nog een paar dagen erg onrustig. De temperturen waren gelukkig niet zo heel laag. Op 16 januari dreigde er wederom een storm ons land te zullen teisteren. Eerst viel dat in het binnenland nog wel mee. Later in de middag waaide het toch nog even heftig in het midden en zuiden van Nederland. Aan de kust was het soms ook wel weer even pittig. Deze storm, genaamd Dennis, bracht echter wel veel ravage in Engeland en Ierland. Aan nattigheid was deze zondag, de 16e van de maand februari, echt geen gebrek. Het bleef gedurende de hele dag absoluut niet droog. Het ging maar door! Nat, natter, natst! Maar ook de dagen er na leek het, vanwege de aanhoudende stevige wind en af en toe weer flink wat regen, meer op herfst dan op beginnend voorjaar! Een vroeg voorjaar zit er waarschijnlijk nog niet in!
De Nederlandse natuur is nog nooit in zo’n slechte staat geweest. Het Wereld Natuur Fonds heeft vastgesteld dat het nog beroerder is dan ooit! De neerslag van stikstofverbindingen raakte tot nu toe het uiterst gevoelige plantenleven. Maar uit het rapport van het W.N.F. blijkt nu ook dat het dierenleven er door wordt geraakt. Bepaalde gebieden, zoals de hogere zandgronden in het oosten en zuiden van Nederland, krijgen de grootste klappen.
De variatie in diersoorten is verminderd. De totale omvang van diersoorten is met 15% verminderd. Dat nog niet zo heel snel veranderd komt o.a. door diersoorten zoals het ree, de ekster en de pimpelmees. Deze soorten nivelleren het gemiddelde wat. Specifieke landschappen hebben ook specifieke diersoorten.
Op het boerenland namen de populaties af met 50%. De oorzaak zijn o.a. de intensivering van de landbouw, verdroging, gebruik van kunstmest en drijfmest. Ook gebruik van bestrijdingsmiddelen speelt een rol.
Ook het aantal insekten neemt heel hard af.
Het hangt natuurlijk ook allemaal aan elkaar. Als er veel insekten verdwijnen, wordt het voor de vogels, die er van afhankelijk zijn in de eerste weken na hun geboorte, een heel moeilijke periode. Vaak is het dan nog de vraag, of ze wel zullen kunnen overleven. Als in schrale natuurgebieden, zoals de heide, een hoge stikstofneerslag ontstaat, vergrast die heide. Daardoor is er geen plek meer voor bepaalde plantensoorten. Maar daar waren de insekten dan wel weer van afhankelijk. Die plantensoorten verdwijnen dan en daardoor ook de vogels, die daar weer van afhankelijk waren.
In de bosgebieden is het gelukkig de laatste jaren beter. De stikstofdepositie is hier verminderd. Dat bleek goed te zijn voor o.a de boomklever, de bosuil en de glanskopmees.
Wat zou het mooi zijn, als in heel veel landerijen in Nederland de doodgewone veldleeuwerik weer terug zou keren. Dit vogeltje, waarvan de mannen steeds hoger klimmend hun indrukwekkende zang laten horen. Helaas wordt dit vogellied al een hele tijd niet meer gehoord. Het W.N.F. wil zich sterk maken om te gaan samenwerken met boeren om zo een natuurvriendelijke landbouw te gaan creëren. Niet alleen vanwege de leeuwerik, maar ook vanwege de steeds slechter wordende biodiversiteit.
De BFVW (Bond van Friese Vogel Wachten) begrijpt er helemaal niets meer van. Ze zijn bovendien even helemaal klaar met de organisatie Natuurmonumenten. De BFVW staat achter het verzoek van de provincie om de steenmarter op de vrijstellingslijst te krijgen. (Daarbij mag de steenmarter bijna ten allen tijde gevangen en gedood worden). Als nestrover is de steenmarter heel erg bekend. Toen in bepaalde weidevogelgebieden de steenmarters werden weggevangen, steeg het broedsucces.
De minister van LNV wil eerst nog wat meer tijd om informatie in te winnen. Echter, Natuurmonumenten riep via sociale media haar leden op om de minister tot andere gedachten te brengen. Door Natuurmonumenten werd de steenmarter geprezen als een prachtig dier. Daarbij wordt niet de schade genoemd die deze dieren aanrichten. Raar verhaal! Deze natuurorganisatie heeft vorig jaar met een speciale vergunning zelf ook steenmarters weggevangen uit een “top weidevogelgebied”. Blijkbaar is e.e.a. nog niet helemaal doorgedrongen tot de bestuurders van de organisatie “Natuurmonumenten”.
De minister van landbouw heeft per direkt een ophokplicht uitgevaardigd voor commerciële pluimveehouders met 250 dieren of meer. Eind december van het vorige jaar werd door een deel van de pluimveesektor al om een dergelijke plicht gevraagd. De minister vond dat toen echter nog wat te vroeg. De pluimveesektor is nu blij met het besluit van de minister. Zij zeggen ook, dat het goed zou zijn wanneer hobbyboeren hun kippen binnen houden. (hieronder gaat het maar om 5!)
Als ze dat zouden willen doorzetten, dan zou, zoals bovenstaand plaatje, dat niet meer kunnen en mogen en voorlopig ook verboden zijn! Want, zoals een woordvoerder van de Nederlandse Vakbond van de Pluimveehouderij onlangs zei: “de economische impact voor de sektor is heel groot, als er besmetting optreed”. Mijn vraag: “hoe dan?”