Het jaar 2022 telt een aantal temperatuur-rekords. In totaal al 4, maar dat waren warmte-rekords. De koudste dag in september ooit was 18 september 2022. In de Bilt werd het niet warmer dan 13,3°C. In 1962 was dat nog iets hoger, namelijk 13,5°C. In het oosten van het land werd het nog iets kouder. In Enschede kwam de temperatuur niet boven de 12,1°C. Kouder dan 15°C was het op 30 mei j.l. Daarna is de temperatuur 110 dagen lang boven die 15°C geweest.
Maar er kwam ook eindelijk wat regen, gelukkig!
Soms met wel hele dikke druppen en waarbij het spreekwoordelijk “even met bakken uit de lucht kwam vallen!” We waren er met z’n allen wel aan toe! Het watertekort is er hier en daar wel door verminderd.
Daarnaast en of we het nou leuk vinden of niet, de astronomische herfst is begonnen!
De agenda voor regio Fryslân is en blijft voor het resterende winterseizoen (2022) leeg! In het nieuwe jaar 2023 in januari maar weer eens kijken of er dan wat in staat.
Dat is al weer even geleden, maar hoofdbestuurslid en fervent watervogelliefhebber Jan Harteman gaf toen voor de leden van regio Fryslân een uiteenzetting. Met als titel “Het houden van watervogels” (dubbele betekenis) heeft hij uitvoerig uitgelegd waarom en op welke wijze hij deze uitdrukking gestalte heeft gegeven.
Met behulp van fraaie beelden van watervogels en o.a het maken van hun vijvers en verblijven werd er heel veel duidelijk gemaakt. Ook werd er heel mooi gebruik gemaakt van de mogelijkheden die computers tegenwoordig e.e.a.kunnen vergemakkelijken en verduidelijken.
Alleen wel héél verschrikkelijk jammer, dat het aantal toehoorders slechts 13 bedroeg en daarvan waren er 5 lid van het bestuur! Onze regio kent een kleine 200 leden en daarvan hebben er slechts 8 de moeite genomen om de speciaal voor hen georganiseerde lezing te komen bezoeken. Dat is eigenlijk een gemiste kans, want Jan Harteman had een voortreffelijk verhaal. Bovendien had onze regio de primeur! Onder meer kwamen onderstaande vier soorten watervogels ter sprake:
Respectievelijk de witvleugel boseend, de ekstergans, goudooggans en Madagaskartaling. Ook werd de Bears witoogeend in zijn collectie besproken.Nou, deze soorten zie je ook niet elke dag! Ik wil de lezing hier niet verder uitdiepen (had u er zelf maar bij moeten zijn) maar géén van genoemde watervogelsoorten is probleemloos te houden. De witvleugel boseend is bijvoorbeeld nauwelijks (en dan nog met uiterste inspanning!) verkrijgbaar. Bij elke verandering van elk individu in de avicultuur van deze soort behoort een hele stapel formulieren en die moeten allemaal heel nauwgezet (als een boekhouder) worden bijgehouden.
Ik zeg het natuurlijk elke keer weer als er zo’n lage opkomst is geweest, maar wie er niet bij was heeft absoluut wat gemist. Echt waar!!
Het gaat redelijk goed met de bewoners van de Waddenzee en vlak daaromheen.
Met de zeehonden gat het goed, maar met de vogels gaat het niet zo goed. Er is sinds de afgelopen 30 jaar een afname te zien van de populatie eidereenden, scholeksters, zilvermeeuwen en kluten.
In de periode van de jaren 90 van de vorige eeuw waren er maximaal 280 000 overwinterende eidereenden in de Nederlandse, Deense en Duitse Waddenzee. In de afgelopen 10 jaar is in het zelfde gebied dat aantal teruggelopen naar 160 000.
Van de 33 broedvogelsoorten rondom dat hele gebied is een afname te zien bij 18 soorten.
Zo hebben de watersnip en de kemphaan het moeilijk. Ook de kiekendief heeft het zwaar.
Anderzijds is er een toename te zien van de brandgans en de grote mantelmeeuw. De trekvogels, die foerageren op de Wadden, hebben het ook niet gemakkelijk; daar is ook een afname te constateren. Mogelijk als gevolg van de opwarming van de aarde, waardoor het broedsucces is verstoord.
In de regio rondom Franeker broeden dit jaar alle visdiefjes op platte daken van Franeker, Harlingen, Tzummarum en Oosterbierum. Op deze lokaties zijn in totaal 287 broedparen geteld. Voorheen waren dat er 4000.
Maar ze zitten niet voor niets op die platte, soms met grind bedekte, daken. Hun gewone broedgebieden waren niet meer geschikt of zijn vernield. Visdiefjes believen grote kale vlakten met vrij zicht. Zijn die vlaktes eenmaal begroeid met allerhande (struik)gewas, dan wordt zo’n biotoop ongeschikt. Dan gaan ze op zoek naar grote platte daken. In Franeker geven ze al een tijdje overlast in de straten. Ze bevuilen de omgeving, maar ook geparkeerde voertuigen en ze vallen passerende voetgangers aan. De vogels beschermen hun jongen en passanten schijnen in hun ogen de jongen te bedreigen. Er wordt naarstig gezocht naar oplossingen.
Het ganzenseizoen moet nog beginnen, maar gezien de problemen rondom de alom heersende vogelgriep zou dat e.e.a. alleen maar kunnen verslechteren. Echter zoals het er nu uit ziet, schijnt de ergste druk van de vogelgriep wat te zijn verminderd.
Er werden in het veld grote groepen ruiende eider-, en bergeenden gezien, die, zoals het er naar uitzag, niet zo erg veel te lijden hadden.
Dan lees je dat en neem je in je op, denkend dat het fijn zou zijn wanneer het langzamerhand wat mee gaat vallen. Maar dat was fout gedacht!
Want op 17 september j.l bleek er weer een uitbraak te zijn vastgesteld onder 87 000 (zevenentachtigduizend) vleeskuikens in een bedrijf in Tjerkgaast. In een straal van 10 kilometer daaromheen liggen nog twee bedrijven, die zorgvuldig zullen worden gecontroleerd. Overige maatregelen blijven van kracht. Zoals vervoersverbod van o.a. dieren en mest, afschermen en ophokken. Maar die laatste maatregel, zeg maar “het ophokken”, is vanaf het begin voor al die 87 000 kuikens echter volkomen nutteloos gebleken!