Na een aantal dagen mooi en rustig herfstweer sloeg het plotsklaps om. Het begon op heus winterweer te lijken. Fikse hagelbuien zo af en toe, met ook wat natte sneeuw en koude nachten.
Temperaturen zo rond de 0ºC en overdag ook niet veel meer. Fijne regen en dikke sneeuw, in afwisseling. Het leek wel winter in het Noorden. In het zuiden des lands was het aanzienlijk beter weer.
Maar na een paar van die dagen in gure winterse sferen sloeg het ook al weer zo maar om. Er kwamen temperaturen te voorschijn, die je wel op zonnige dagen in het voorjaar tegenkomt. Van winter naar lente in twee dagen ! Met op 24 november de warmste 24 novemberdag ooit !!
Maar op 27 november gaat het dan toch nog even te keer in Nederland en op zee. De storm Conall trekt over. Er worden zware tot zeer zware windstoten gemeten, vooral in het noordelijk kustgebied. Nat tot zeer nat is het ook. In onze provincie kwam iets meer dan 30 mm. regenwater naar beneden.
Al in vele jaren geen enkel exemplaar daarvan gezien, de “dunbekwulp”. Men denkt dus als er geen enkele vogel waar dan ook is gespot, dat deze soort er niet meer is.
Op de toevallig gevonden foto zou best nog een exemplaar te zien zijn, maar daar geloof ik echt niet in. Aangezien er al jaren lang niet meer een is gevonden. Dit is natuurlijk altijd verschrikkelijk. Soorten behoren niet uit te sterven.
In de Leeuwarder Courant van de een na laatste week van november stond een pagina groot artikel over de ijsvogel. Met de opmerking er bij, dat de ijsvogel niet van ijs houdt, maar wel van dooi! Dat is natuurlijk duidelijk, in het ijs is het voor dergelijke vogels niet mogelijk zijn/haar kostje bij elkaar te vissen.
Ik wist wel dat er verschil was tussen man en vrouw, ook dat het te zien was aan de snavel, maar was vergeten wie welke snavel heeft. Bleek niet zo moeilijk te zijn om ze uit elkaar te houden:
Het verschil zit hem dus in de kleur (rood) van de ondersnavel van de vrouw.
Om de groei van de populatie damherten rond Katlijk, Mildam en Oranjewoud af te remmen heeft de provincie Fryslân een vergunning afgegeven voor het afschot van zo’n 200 dieren. De steeds maar groeiende populatie, van nu al zo’n 950 stuks, brengt veel zorgen met zich mee.
Overlast en gevaarlijke situaties in het verkeer zijn de belangrijkste redenen. Daarnaast is er de steeds groter wordende schade aan landbouwgewassen, het kaal eten van boompje, bomen en struiken. Ook laat de steeds groeiende populatie de tuinen van particulieren niet met rust. Ze lusten bijna alle gewassen, behalve de rododendrons, die laten ze staan.
Jagers, (op de foto een linkshandige schutter) die de opdracht krijgen om de algehele populatie te verkleinen, zullen zo veel mogelijk eerst uit een groep de buitenste dieren er uit pikken, om de rust in de groep te bewaren. Leuk vinden ze het echter heus niet en het is nog maar de vraag of het ze lukt het gevraagde aantal te verkrijgen binnen een bepaalde tijd.
Dieren van hobbydierhouders zullen zo veel mogelijk afgeschermd moeten blijven. Commerciële bedrijven, met duizenden stuks in de enorme stallen, moeten ophokken!