Het kan natuurlijk best zijn dat u dat helemaal niet leuk vindt. Al die afgevallen bladeren. Het geeft zo’n rommel overal. Maar we zullen er mee moeten dealen. We gaan steeds verder de herfst in. Dat is nog niet helemaal aan de temperaturen te merken, want die zijn nog steeds wel wat aangenaam. Bij de weerberichten noemen ze dat : “aangename temperaturen voor de tijd van het jaar”. De herfstige windvlagen en regenbuien zijn er wel zo nu en dan, maar vervelende gure dagen waren er nog niet.
In de namiddag van 11 oktober, maar ook die van 18 oktober, waren er veel lieveheersbeestjes te zien. Ze zaten met flinke aantallen op de zonovergoten zuidmuur van onze woning. Het waren warme herfstnamiddagen en de zon scheen best fel.
Het is dan ook wel te begrijpen dat die oranje rode, van zwarte stippen voorziene, kevertjes die lekker warme muur hadden opgezocht. Ze liepen heen en weer en ook veel naar boven. Als ze eenmaal (naar hun idee) hoog genoeg waren lieten ze zich vallen, klapten hun vleugeltjes uit en begonnen onderaan de muur opnieuw. Een deur open laten staan was niet verstandig, want ze marcheerden zo naar binnen en kropen dan daar tegen de muren op.
Het enig wat ik mij deze torretjes-aktie kan voorstellen dat ze massaal op zoek waren naar een geschikte schuilplaats voor de komende winter.
Er stond een alarmerend bericht in de krant: 1 op de 3 zweefvliegsoorten in Europa wordt bedreigd met uitsterven. Dat is niet best, want vliegende insekten spelen een hele belangrijke rol in de bestuiving van planten. Dat is dan weer van belang voor voedselproduktie.
Van de 890 zweefvliegsoorten in Europa zitten er al 314 (ik wist niet dat er zoveel waren) in de gevarenzone. Alle zweefvliegsoorten gaan er in principe ook allemaal op achteruit. In een speciaal onderzocht gebied verdween van de 162 soorten in 25 jaar een kwart helemaal. Hetgeen betekent dat er al 40 soorten daar zijn uitgestorven. De leefgebieden moet veel beter beschermd worden. Klimaatverandering, intensieve landbouw, pesticiden en oprukkende stedenbouw zijn voor deze insekten funest. Vooral de pesticiden moeten verdwijnen.
De leefgebieden van de, op het Afrikaanse continent levende, grijze kroonkraanvogels worden steeds meer bedreigd. Door de al maar groter wordende druk van mensen in hun omgeving wordt hun oorspronkelijke habitat aangetast. Uiteindelijk kunnen ze daar niet zo goed mee omgaan.
Brandganzen trekken niet meer allemaal naar hun oorspronkelijke broedgebieden. Sinds de jaren ’70 van de vorige eeuw waren er ‘s winters zo’n 20 000 dieren in Nederland. Dat zijn er nu al 1,2 miljoen (1.200 000) = 60 maal zoveel. Diegenen die trekken zijn afkomstig van o.a. Nova Zembla en Zweden. Komen in december aan en gaan in maart weer terug.
De blijvers zijn wat lui. Ze hoeven ook allemaal niet zo snel om o.a. een vetreserve op te bouwen voor hun lange vlucht terug en hun verblijf in koude oorden. Ze kunnen ook langer profiteren van het voedselaanbod hier. Ze zijn over het algemeen wat minder aktief, hetgeen is onderzocht met een stappenteller. De aantallen brandganzen zijn dus enorm gestegen. Tussen 1960 en 2020 groeide de hoeveelheid brandganzen met 5000% en hun leefgebied steeg met 585%.
In 2016 waren er bijna 17 000% meer bevers in Nederland dan in 1960. (Er zijn er hier en daar nu al veel te veel) Hun leefgebied is ook toegenomen. Tussen 1995 en 2020 werd dat groter met maar liefst 835 %.
Ik schrijf met opzet : “alweer”, want de meldingen van deze materie houden maar niet op. Het vervelende is ook dat er maar geen einde aan komt en ook geen goede en veilige oplossing. Niet voor de houders van die dieren in die enorme grote pluimveeschuren en niet voor de partikulieren met hun toompje of trio pluimvee.
Op een kalkoenenbedrijf in het Limburgse Ospel zullen 23.850 dieren worden geruimd om verdere verspreiding te voorkomen. In een zone van 1 kilometer daaromheen liggen nog 5 andere bedrijven, maar daar zijn 3 er van leeg. In een zone van 3 kilometer rondom het besmette bedrijf staan nog 28 andere grote pluimveebedrijven. Die zullen regelmatig intensief worden gescreend!
Je staat telkens te kijken hoeveel pluimveebedrijven er dan in de naaste omgeving zijn te vinden. In een straal van 10 kilometer daar weer omheen liggen nog 110 andere grote pluimveebedrijven. Langzaam bekruipt mij het gevoel, dat er wel héél erg véél pluimveebedrijven in die regio zijn; in heel het land trouwens. Zou er misschien beter een keer goed kunnen worden nagedacht om uiteindelijk die hele veestapel eens te gaan vaccineren! Of en dat is natuurlijk ook een mogelijkheid, die enorme massa’s pluimvee drastisch te gaan inkorten. Op die manier worden de risico’s ook veel kleiner!
Terwijl je bovenstaande tekst hebt geschreven, heeft zich weer een nieuw geval van vogelgriep voorgedaan. Deze keer in Heythuysen, ook in Limburg.
Het gaat om een hoeveelheid leghennen, waarschijnlijk de grootste massa tot nu toe. Drie honderd duizend (300 000) kippen moeten uit veiligheidsoverwegingen (om verdere verspreiding te voorkomen) worden gedood en geruimd. In de zone van 10 kilometer liggen nog 128 pluimvee bedrijven!
Strenge maatregelen zijn nog steeds van kracht in deze periode. Heel Nederland moet voldoen aan strenge regels omtrent transport van dieren en mest. De dubieuze ophokplicht is ook nog niet van de baan, maar daar hebben de 23.850 kalkoen niet eens van kunnen profiteren. De enorme hoeveelheid van 300 000 leghennen overigens ook niet Opgehokt en wel maar toch geruimd!
Nog zo’n omstreden strenge regelgeving, die je ook best wel dubieus mag noemen: in een straal van 10 kilometer rondom een besmet bedrijf is jacht voor een bepaalde tijd niet toegestaan. De daarvoor geldende gedachte is eigenlijk dat wilde vogels wel eens zouden kunnen wegvliegen en zich gaan verspreiden naar andere plekken.
Het rare aan deze maatregel is dat agrariërs niets in de weg wordt gelegd om werkzaamheden op de landerijen gewoon door te laten gaan. Het is echter niet denkbeeldig dat daardoor ook wilde vogels zullen vluchten en zich gaan verspreiden naar andere lokaties.
In Elsloo is een pony dood gevonden. Men verdenkt een wolf.
De pony stond achter een omheining van gaas met een hoogte van 130 centimeter met daarbovenop nog twee draden prikkeldraad. Er waren de laatste weken meer meldingen dat er wolven waren gespot. De laatste keer was zondag 16 oktober op een erf in Peperga; eerder bij Steggerda en bij Noordwolde Zuid. In Wijnjewoude werd zaterdag 15 oktober een dood schaap gevonden en op 4 oktober j.l werden er 4 dood gevonden bij Langedijke. Het vervelende van deze opsommingen is dat het maar steeds door gaat. Er komt ook hier geen einde en geen oplossing aan. Zal dit dan nooit goed opgelost kunnen worden? Is uiteindelijk gewoon beheren een mogelijke oplossing?