Herfst is begonnen.

            

Vanaf de eerste dagen van oktober heeft de herfst heel goed laten merken dat die al begonnen was. Met het zo bekende stereotype weerbeeld van de herfst werd Nederland al direkt duidelijk gemaakt hoe een paar herfstdagen er standaard uit zien.

Nat, guur en winderig aan de kust. Niks nazomeren meer, direkt de laarzen aan en de zuidwester op! Wat later werd het wel weer wat beter hoor. Dank zij een mooi hogedrukgebied veranderde het toch nog wel in wat mooi oktoberweer.

Agenda.

De regioagenda blijft voorlopig even leeg. Bij de laatste bijeenkomst was het aantal bezoekers zo bedroevend laag, dat het voor het regiobestuur heel moeilijk gaat worden om iets bijzonders te organiseren. Daarom staat alles, net zoals in de voor ons liggende coronaperiode, even op een heel laag pitje.

Zwijnenstal?

De uitdrukking is niet helemaal juist en ook een beetje verkeerd gekozen, maar een droog onderkomen voor de varkens is er wel.

Bij onze nationale luchthaven Schiphol zijn een aantal varken ingezet om ganzenoverlast tegen te gaan. In de buurt van de start-, en landingsbaan zijn een aantal van deze dieren losgelaten in een (0mheind) stuk bouwland om de resten van de suikerbietenoogst op te eten. Ganzen vinden dat ook een delicatesse maar kunnen niet zo goed omgaan met veranderingen en voor hen vreemde zaken in het veld.

 

Een perceel met bijvoorbeeld wintertarwe heeft op ganzen een grote aantrekkingskracht, maar plaats je daarin een (oude) auto met (oude) caravan er achter, dan blijven ze een tijdje weg. Wapperende vlaggen of surfzeilen helpen ook, net als een gaskanon en laserstralen. Verstorende factoren in hun foerageergebieden helpen helaas altijd maar tijdelijk.  Van veel dingen is bekend dat de vogels er aan gewend raken. Aan een gaskanon moet nu al een timer worden toegevoegd, om de regelmaat van de knallen te onderbreken en te variëren.

De varkens in het perceel geoogste suikerbieten hebben een soortgelijk effect. Zo nu en dan zijn ze in het veld en doen zich te goed aan de resten van de oogst. Zo zijn ze te zien en een poosje later weer even niet. Dat frustreert de vogels. Is eenmaal het perceel schoon, dan verhuizen de viervoeters naar een ander stuk in de buurt. Daar kunnen ze dan nog weer een tijdje de restanten van de suikerbieten opruimen. Door de afwezigheid van de ganzen kunnen de vliegtuigen een tijd lang veilig opstijgen en landen.

Verkeer(d).

Er is vastgesteld dat twee derde van de automobilisten nog steeds met zijn/haar mobiele telefoon bezig is tijdens het autorijden.

                                          

                                        

Twee derde van alle chauffeurs hebben dan nog steeds de telefoon in de hand, terwijl ze zich verplaatsen van A. naar B. en/ of terug! Een ieder is intussen op de hoogte van de gevaren van deze handelingen. Mensen gaan onbewust slingeren, langzamer rijden of missen plotsklaps de afslag! Ineens van de weg af geraken kan ook. Dat hebben wij al een paar keer ervaren in onze voortuin. Als ze dan een paar betonnen palen kapot rijden is er een flinke schade ontstaan, terwijl dat natuurlijk heel gemakkelijk voorkomen had kunnen worden! Maar ja, zo’n mobieltje is zo langzamerhand zo in het dagelijks leven verweven, dat veel mensen het maar niet kunnen laten er even op te kijken. Ze kunnen er maar niet zonder. Ook niet tijdens het verplaatsen in een auto.

Maar niet alleen automobilisten maken nog veel te vaak gebruik van hun mobieltje! Fietsers kunnen er ook wat van. In stedelijke gebieden, overal in Nederland, worden er nog heel veel betrapt, aangehouden en beboet.

Diefstal!

Dat is natuurlijk wel een groot woord, maar zo voelt het wel. Het vervelende is eigenlijk dat de frequentie van de dieverij steeds groter wordt.

Wat is er dan aan de hand?  De afgelopen, zeg maar twee maanden, heb ik al veel pluimvee verloren aan indringers. Eerst 3 kippen en 4 duiven, toen zo maar 10 duiven en de afgelopen week 2 kippen en een haan. Dat alles in drie verschillenden nachtverblijven. Alles bij elkaar opgeteld totaal 20 stuks: 5 kippen + 1 haan en 14 vrij vliegende (sier)duiven.

Wie doen dat dan? Met een aan grote zekerheid grenzende waarschijnlijkheid heb ik met enige regelmaat steenmarter(s) op bezoek gehad. Dat het om een marterachtige zou gaan was direkt al wel duidelijk, want bij een aantal dieren was steeds de kop er af. Anderen hadden 4 gaatjes in de nek vlak achter de kop. Alle ellende vond ‘s nachts plaats, zo rond 24.00 uur en kortgeleden ook al vóór 22.00 uur.

Op een niet meer als zodanig gebruikte hooizolder van een eveneens niet meer als zodanig gebruikte boerderij zijn d.m.v een wildcamera steenmarters gefilmd. De marters kwamen via een naast de dakgoot groeiend boompje door het riet onder de dakpannen op die zolder. De afstand tussen ons pluimvee en deze lokatie is slechts 1 kilometer. De paar daartussen liggende andere boerderijen hebben allemaal ook steenmarters op bezoek gehad, maar geen schade. De andere kant op, twee kilometer verder, in het dorp, wordt er veel geklaagd over kapot gevreten kabels onder de motorkap van auto’s. Op de filmopnames van de wildcamera waren telkens twee exemplaren te zien, maar er waren ook jongen.

De verliezen voelen als een soort diefstal. Maar eigenlijk doe je zelf iets niet goed. Het is de rovers te gemakkelijk gemaakt om binnen te komen en hun slag te slaan. Logisch eigenlijk, want er was in al die jaren hiervoor nooit iets te vrezen.

In een, in de loop der jaren, met klimop begroeid nachthok werd de steenmarters wel op heel eenvoudige wijze een laddertje aangeboden om via het dak bij het duivenluikje te komen. Dat luikje was wel voorzien van een afsluiting, maar noodzaak om die te gebruiken was er nooit.Eenmaal binnen sneuvelen er altijd meerdere dieren, want de rover raakt in een roes en dood er veel meer dan nodig.

Via een tot boom gegroeid struikje werd wel een heel eenvoudige ladder aangeboden om via de naast gelegen dakgoot op het dak van de schuur te komen. In het dakraam van het zolderhok van mijn duiven was wel een constructie tegen insluipers aangebracht. Maar niet voor de categorie steenmarter! Was immers jarenlang ook niet nodig, want ze waren er nooit! Door de voortdurende bescherming van deze bloeddorstige rovers zijn er langzamerhand  zo veel, dat de populatie is uitgegroeid tot een plaag. Ze zijn nu letterlijk overal. Het zijn er “te veel” en waar “te”voor staat is nooit goed. Het gaat van kwaad tot erger. De weidevogelstand begint er steeds meer onder te lijden.

Er is wel wat tegen te doen. Dat doen heet “beheren”. Als we de bescherming  wat verminderen en de populatie verkleinen, wordt het geheel beter beheersbaar. Goed, het is mij nu overkomen. We letten voortaan veel beter op en nemen meer veiligheidsmaatregelen. Dat raad ik voorlopig alle Nederlandse pluimveehouders ook aan. Let op uw zaak!

Watervogels lopen minder risico door een steenmarter te worden gepakt. Bij onraad gaat een watervogel altijd, jawel, “te water”. Daar is het gevaar kleiner. Echter, jonge watervogels in opfokhokken/ buiten rennen lopen veel meer gevaar. Dat heeft mij ook al veel dieren gekost. Meestal dan door een bunzing.

“Ik hou van de “natuur”, maar diezelfde “natuur” heeft mij al vele dieren gekost”!

                                    En dan nog even dit:

                                         Is me dat schrikken !!

Namens het bestuur, Sytse Buursma, regioredakteur.

De volgende bijdrage aan deze blog is rond 24 oktober.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *